In elkaar schuiven en weglaten van lettergrepen

Telescopie: problemen met articulatie

Onderzoekers verdelen problemen met onvloeiende spraak in drie categorieën, namelijk: coarticulatie, vloeiendheid en verhaalopbouw. In deze paragraaf concentreren we ons op de eerste. Coarticulatie is de geleidelijke overdracht van de ene spraakbeweging naar de andere. Mensen die broddelen maken hierbij veel fouten, vooral wanneer hun spreeksnelheid te hoog is. Broddelende sprekers hebben vaak de neiging om lettergrepen weg te laten of in elkaar te schuiven. Dit heet ook wel telescopie. Het komt vooral voor bij woorden met veel lettergrepen. Een voorbeeld is: ‘hatotlijk’ in plaats van ‘hartstochtelijk’.

Toch kan het ook bij kortere woorden ontstaan, afhankelijk van hoe hoog het spreektempo is. Door het “inslikken” of weglaten van lettergrepen leidt telescopie tot problemen in de verstaanbaarheid. Het in elkaar schuiven van lettergrepen is een veel voorkomend kenmerk van wat we fonologisch broddelen. Fonologie betekent ook wel “klankleer”, het verwijst dus naar hoe iets klinkt. En het geeft aan dat broddelen soms een motorische component heeft, naast de linguïstische component. Marcia vertelt in de video hieronder hoe het dagelijks leven er bij haar aan toe gaat en waar ze zoal tegenaan loopt als het gaat om die zogenoemde telescopie. Na het zien van deze video begrijpen veel mensen een stuk beter wat deze vorm van broddelen inhoudt.

Voorbeeld telescopie

Wil je je spraak beter leren managen? Kijk dan eens naar de coaching die we aanbieden.

Soorten broddelen in wetenschappelijke literatuur 

Professor Damsté beschrijft drie subtypes van broddelen: dysritmisch broddelen, dysartrisch broddelen en dysfatisch broddelen. In plaats daarvan stelt Dr. David Ward voor om twee soorten termen te gebruiken: “linguïstisch broddelen”, vergelijkbaar met Damste’s dysfatisch broddelen, en “motorisch broddelen”, vergelijkbaar met Damsté’s dysartrisch en dysritmisch broddelen. Van Zaalen stelt voor om ze “syntactisch” en “fonologisch” broddelen te noemen. Het fonologische type broddelen is dan het equivalent van het dysfasische broddelen van professor Damsté. Hoewel deze onderzoekers verschillende namen gebruiken, proberen ze allemaal min of meer hetzelfde te zeggen. Het is, met andere woorden, een kwestie van definitie. Hoe dan ook, het is belangrijk om onderscheid te maken in de verschillende vormen van broddelen, ook met het oog op de therapie van cliënten.

Meer weten over broddelen? In het boek Te snel voor woorden lees je er alles over.