Hoe kun je je spreeksnelheid meten?

Blog #1 Rivkah Blom: je spreeksnelheid meten; hoe werkt dat? Iemands spreeksnelheid meten is een vast onderdeel van broddeltherapie. Logopediste Rivkah Blom legt in haar blog uit hoe ze werkt aan de bewustwording van haar broddelende cliënten. En hoe ze hen helpt bij het met van hun spreeksnelheid. 

Kyle is een ijverige jongeman die doordeweeks veel op school te vinden is. De vorige sessie hadden wij afgesproken om op te schrijven wanneer hij van andere mensen ‘Wat zeg je’ te horen kreeg. Kyle was vergeten deze opdracht uit te voeren. Hij heeft wel een video van zichzelf laten opnemen door een studiegenoot van een geïmproviseerde presentatie (in het Engels). Deze video zouden we in deze sessie verder gaan bespreken.

Voordat we dit deden, heb ik met hem de uitslag van de broddelscreening doorgenomen op tesnelvoorwoorden.nl. De score kwam uit op 31 van de 48 punten; dit betekent een hoge kans op broddelen. 

Tempowisselingen in spraak

Voor Kyle had ik een filmpje in elkaar gezet over hoe we zijn spontane spreeksnelheid kunnen meten met behulp van het programma PRAAT. Dit filmpje heeft hij bekeken. Hierop was te zien dat er combinatie van spurts en normale spreekmomenten plaatsvonden. Dus de ene keer sneller praten dan de andere keer. Het resultaat van de 5 uitgekozen fragmenten was een gemiddeld spreektempo van 6.62 lettergrepen per seconden.

Hieruit viel te concluderen dat er sprake was van een behoorlijk hoog tempo. De variatie bedroeg 3.6 lettergrepen per seconde welke hoger was dan 3.3 lettergrepen per seconde. De spreeksnelheid was, met andere woorden, verminderd constant. Dit bevestigde dat ik broddelen niet kon uitsluiten. Kyle vond het heel inzichtelijk om dit bij hem terug te zien en te beluisteren. Hij merkte dat zijn tempo verschilde: het ene moment sprak hij rustiger dan het andere moment. Vooral uit enthousiasme praat hij in een behoorlijk hoog tempo en zakt dit weer af naar een rustiger praatmoment. 

Bewustwording cliënt broddelen

Tijdens het terugkijken van de video waarin hij improviseerde voor de klas, ben ik gaan vragen hoe hij zich voelde tijdens het presenteren. Kyle gaf aan dat hij zich puur focuste op wat hij te vertellen had. Het Engels had wel invloed en de inhoud van zijn verhaal was op dat moment belangrijk. Kyle was tijdens het terugkijken van de video bezig met de bewustwording. Hij gaf aan dat er veel ‘eh’-momenten in voorkwamen, omdat hij ter plekke nadacht. 

Samen spraken we verder over de levendigheid in zijn gebaren, welke hij gebruikte om zichzelf meer uit te drukken. Het is heel belangrijk om te praten over de dingen die goed gaan, dus niet alleen te kijken naar de broddelcomponenten. Maar ook naar de momenten waarop de broddelcomponenten niet te zien of te horen waren.

Kaakstrijken

Vervolgens liet ik hem horen dat hij pauzes inlaste op momenten dat hij naar een volgende zin verder wilde gaan. Kyle vertelde dat hij op sommige momenten moest stoppen omdat het spreken steeds zwaarder aanvoelde. Wanneer hij stopte, kon vervolgens lichter beginnen. Het leek dan of zijn tong, kaak en wangen af en toe vastzitten en kon voor zijn gevoel hier minder bewegingen maken. Toen hij dit aangaf, heb ik meteen een tip voor kaakstrijken meegegeven. Hij had zelf wel eerder oefeningen uitgeprobeerd zoals draaien met het gezicht (voor het losmaken) en de /r/ klank hoog en laag maken. Deze dingen deed hij ooit zelf één week lang en volgens andere mensen sprak hij hierdoor duidelijker. Maar voor hem waren dit gekke oefeningen. 

Tijdens het moment voor de klas merkte hij dat hij rustiger en stabieler kon zijn en dat hij vanzelf langzamer ging praten. Dat in tegenstelling tot wanneer hij juist minder op zijn spraak lette, bijvoorbeeld wanneer hij ontspannen is. Bij bepaalde momenten ging de spraak sneller in de video. Op het moment zelf toen Kyle voor de klas praatte, had hij de spurts in zijn spraak niet door, maar wel toen hij de video later terugkeek.

Prosodie: melodie en volume

Naast het bespreken van het bovenstaande gingen we nog verder in op de zinsmelodie. Ofwel de prosodische kenmerken: de variatie die je aanbrengt in toonhoogtes en klemtonen. Kyle gaf aan dat het leek alsof hij een gedempte speaker hoorde met een doek erover. Het komt er niet helder uit. Als voorbeeld namen we een zin: ‘Ik ga morgen op stap naar Zandvoort’. Ik liet Kyle het verschil horen door deze zin met melodie aan te brengen of juist op een melodische monotone manier.

Kyle heeft al eerder presentaties gegeven waarop hij achteraf als feedback kreeg: ‘Je doet het goed, maar je praat te zacht’. De presentatie die hij nu gaf, kreeg betere feedback op zijn verstaanbaarheid. Hij had daardoor beter door dat zijn spraak te zacht was. De vorige keer dacht hij echter dat hij al hard praatte. Hij houdt er niet van om luid en sterk te praten en spreekt liever altijd zacht, wat voor hem normaal aanvoelt. Bij het terugluisteren van de video had hij echter het idee dat hij te zacht sprak. Voor zijn gevoel sprak hij in de sessie al heel hard. Ik zei tegen hem dat het prima is om harder te praten en dat hij die knop zeker aan mag zetten in situaties waar het echt nodig is, zoals bij een presentatie.

Spreeksnelheid meten

Na het bespreken van de presentatie zijn we samen gaan kijken naar het programma PRAAT. Ik stelde Kyle een vraag die hij mocht beantwoorden terwijl het programma hem opnam. ‘Wat ging je doen voordat je hier kwam (naar logopedie)?’ Een mooi aantal zinnen kwam hieruit die hij thuis verder mocht gaan analyseren voor het meten van het spreektempo. Verder hebben we samen gekeken naar wanneer hij op welke dag ‘Wat zeg je’ gaat noteren op één dag in de week: een schooldag leek hiervoor het meest geschikt. Ik heb de opdracht dus specifieker voor hem gemaakt zodat hij de opdracht ook écht gaat doen. Hoe specifieker je bent in het geven van de opdrachten, hoe beter!