Broddelen en remmingstekort

Broddelen en remmingstekort; waar gaat dat over? Uit hersenonderzoek is bekend dat broddelende sprekers kampen met een zogenoemd remmingstekort. Dat betekent dat, als ze eenmaal zijn begonnen met spreken, het voor hen lastig is hun spreektempo in toom te houden. En soms zelfs om te stoppen met spreken. Er zijn aanwijzingen dat dit defect het gevolg is van een onvoldoende rijping van de hersenstam (basale ganglia). Dit is het deel van de hersenen dat het centrale zenuwstelsel aanstuurt.

Plotselinge versnellingen

Het remmingstekort uit zich in een te hoog of onregelmatig spreektempo. Bij een onregelmatig spreektempo vallen vooral de plotselinge versnellingen (spurts) in de spraak op. Deze ontstaan doordat broddelende sprekers de tijd die ze nodig hebben om iets te zeggen te kort inschatten. Hierdoor raakt hun taalplanning verstoord en komen ze moeilijker uit hun woorden. Bij vloeiende sprekers is dit remmingstekort afwezig. Zij zijn daardoor beter in staat zijn om in een constanter spreektempo te blijven spreken. Bovendien ervaren ze geen in principe problemen met de planning van taal.

Aan het remmingstekort kun je als broddelaar an sich niet veel doen. Daar ben je nu eenmaal mee geboren. Maar je kunt er wél beter mee leren omgaan. Voor diegenen die het moeilijk vinden om hun spraak beter te beheersen, is het dus goed om te weten dat er manieren zijn om dat te doen. In ons boek Te snel voor woorden lees je er meer over. Ook coachen we mensen die broddelen in het effectiever leren omgaan met het broddelen en de oorzaken ervan, zoals het remmingstekort.

“Het komt regelmatig voor dat ik versnel in mijn spraak. Bijvoorbeeld omdat ik enthousiast ben. Als dat gebeurt, heb ik soms geen enkele controle meer over die spurts. Alsof ze een eigen leven leiden, zo lijkt het dan. Van het een op het andere moment schiet mijn spreektempo dan omhoog en zet ik de een na de andere versnelling in.”

Michael